Het is niet zomaar weer een annus horribilis van het klimaat: 2023 (en daarna 2024) bracht de grenzen van de Akkoorden van Parijs de gemiddelde temperatuur op aarde ligt dicht bij de noodlottige +1,5 graden Celsius vergeleken met het pre-industriële tijdperkeen niveau dat wordt beschouwd als de rode lijn waarboven de gevolgen voor samenlevingen en ecosystemen catastrofaal kunnen worden.

Toch werd de wetenschappelijke gemeenschap geconfronteerd met een dilemma: de mix van bekende factoren – de ophoping van broeikasgassen in de atmosfeer, het El Niño-fenomeen, het smelten van gletsjers – is niet genoeg om de plotselinge en duidelijke opwaartse sprong in de kwikkolom te verklaren.

Dat blijkt uit een nieuwe studie, gecoördineerd doorAlfred Wegener Instituut (AWI), de boosdoener, die tot nu toe over het hoofd werd gezien, zou kunnen zijn de geleidelijke afname van een bepaald type wolkenvooral die op lage hoogtedie fungeren als spiegels die zonnestralen de ruimte in kunnen stoten. Het is alsof de aarde een deel van haar natuurlijke ‘zonnebrandcrème’ heeft verloren en nu meer straling absorbeert, waardoor de opwarming wordt versneld.

De afgelopen decennia was de aandacht van onderzoekers vooral gericht op over de toename van CO₂ en methaanover variaties in El Niño, over natuurlijke gebeurtenissen zoals vulkaanuitbarstingen of schommelingen in de zonneactiviteit. Deze elementen samen geven een groot deel van het beeld weer. Maar een deel van de warmte ontbrak: stijging van ongeveer 0,2°C niet gerechtvaardigd met de bekende variabelen.

Het onderzoeksteam van AWI en het European Centre for Medium-Range Weather Forecasts (ECMWF) doorzocht vervolgens satellietgegevens en klimaatheranalyses die sinds het midden van de vorige eeuw beschikbaar waren. Het resultaat? 2023 lijkt een historisch dieptepunt in planetair albedo te markerenof het vermogen van de aarde om zonlicht te reflecteren. Terwijl het albedo jarenlang al geleidelijk aan het afnemen was (als gevolg van het smelten van de Arctische en Antarctische gletsjers), is het fenomeen de afgelopen periode ook op veel lagere breedtegraden geïntensiveerd. met een vermindering van de lage bewolking.

Om het gewicht van deze ontdekking te begrijpen, moeten we onze planeet eens voorstellen als een gigantische onvolmaakte spiegel: een deel van de binnenkomende zonne-energie wordt door lichte oppervlakken en wolken terug de ruimte in gereflecteerd. Minder witte oppervlakken, minder laagreflecterende wolken, betekent dat er meer energie wordt vastgehouden, wat zich vertaalt in een extra impuls voor de verwarming.

In het bijzonder werd de afname van laaghangende bewolking waargenomen in cruciale gebieden zoalsNoord-Atlantische Oceaan. Precies daar, in 2023, werden bijzonder hoge zeetemperaturen en buitensporige klimatologische situaties geregistreerd. Zijn het verwante verschijnselen? Wetenschappers denken van wel: de vermindering van lage bewolking en de daaruit voortvloeiende daling van het albedo verschijnen leg precies dat ‘gat’ van 0,2°C uit dat niemand kon achterhalen.

Wolken op grotere hoogte kunnen de warmte eronder vasthouden, maar reflecteren nog steeds een deel van het zonlicht, waardoor het systeem enigszins in evenwicht wordt gebracht. Lage bewolking heeft echter vrijwel uitsluitend een verkoelend effect. fungeert als een paraplu tegen de zon. Als deze wolken afnemen, verliezen we een van onze bondgenoten in de strijd tegen de opwarming van de aarde. En niet alleen dat: als deze trend een directe terugkoppeling is van de opwarming zelf – dat wil zeggen dat de stijging van de mondiale temperatuur op zijn beurt de vorming van lage bewolking vermindert, waardoor een vicieuze cirkel ontstaat – dit is een serieus probleem.

Waarom verliezen we deze vriendelijke wolken? Er zijn verschillende veronderstelde oorzaken: de vermindering van antropogene aerosolen (kleine vervuilende deeltjes die, paradoxaal genoeg, de vorming van wolken bevorderen en zonlicht reflecteren) als gevolg van strengere milieuregels voor scheepsbrandstoffen; natuurlijke variaties op korte of tussenliggende tijdschalen; veranderingen in oceaanstromingen. Maar de meest alarmerende verklaring is die van klimaatfeedback: een toch al warmere planeet heeft moeite om dezelfde hoeveelheid lage bewolking te behoudenwat op zijn beurt verdere opwarming bevordert.

Als deze processen zich zouden consolideren, de constante overschrijding van +1,5°C zou eerder kunnen optreden dan verwachtwaardoor de plannen om de doelstellingen van het Akkoord van Parijs te verwezenlijken in de war worden gebracht. Wetenschappers benadrukken dat de aard van deze dynamiek diepgaander moet worden onderzocht, om onderscheid te maken tussen wat het resultaat is van tijdelijke fluctuaties en wat in plaats daarvan een nieuwe normaliteit vertegenwoordigt. De waarschuwing is echter duidelijk: als lage bewolking minder frequent voorkomt, ons vermogen om de stijgende temperaturen te vertragen wordt aanzienlijk beïnvloed.

En niet alleen dat: een lager albedo betekent dat “koolstofbudgetten” – de hoeveelheid koolstofdioxide die we nog kunnen uitstoten voordat we de kritische drempels overschrijden – naar beneden moeten worden bijgesteld. Met andere woorden: de manoeuvreerruimte om de uitstoot terug te dringen en zich aan te passen aan de klimaatverandering wordt steeds kleiner. En juist om deze reden wordt de noodzaak om de energietransitie te versnellen, fossiele brandstoffen achterwege te laten en te investeren in duurzamere technologieën en gedragingen nog urgenter.

Het beeld dat naar voren komt is dat van een steeds ‘naakte’ planeet voor de zon, met minder reflecterende wolken om hem te beschermen. Een subtiele en onzichtbare verandering, die echter als een rotsblok weegt op de thermische balans van de aarde. De atmosfeer, met zijn dans van waterdamp en deeltjes, het kan een nog verraderlijker hitteval worden als zelfs maar een klein deel van de wolkenformaties die de zonnestralen kunnen afschermen verloren gaat.

De AWI-studie opent dus een venster op een voorheen weinig besproken aspect van het klimaat: de rol van bewolking op lage hoogte als een belangrijk radertje in de grote klok van het aardsysteem. Het verliezen van deze wolken is als het verwijderen van een spons die overtollig zonlicht absorbeert, waardoor de klok sneller in een ongewenste richting gaat lopen.

Geconfronteerd met dit bewijsmateriaal is de vraag niet langer óf we de opwarming moeten vertragen, maar hoe we dat moeten doen. Dit komt omdat, als de lucht minder wit wordt, we hem een ​​groenere hand moeten geven.