IJsland heeft besloten de walvisjacht te verlengen tot 2029waarmee toestemming wordt gegeven voor het vangen (en doden) van honderden exemplaren per jaar.

Op basis van de nieuwe vergunningen die door de aftredende regering zijn verleend, het zal mogelijk zijn om tijdens elk jachtseizoen te dodendus van half juni tot september, 209 vinvissen en 217 dwergvinvissen. Het besluit leidde tot verontwaardiging onder milieugroeperingen en dierenrechtenactivisten.

Het nieuws kwam kort na de regeringswisseling: interim-premier Bjarni Benediktsson, na de recente ineenstorting van de centrumrechtse coalitie, hij gaf de nieuwe vergunningen af ​​voordat hij zijn ambt verliet.

Bij de vervroegde verkiezingen werd de Onafhankelijkheidspartij onder leiding van Benediktsson zelfs verslagen door de Sociaal-Democratische Alliantie van KristrĂșn Mjöll FrostadĂłttir. Veel waarnemers zijn van mening dat de aftredende regering heeft besloten nu actie te ondernemen om de walvisvangstsector de komende vijf jaar “enige voorspelbaarheid” te garanderen. het belemmeren van eventuele strikte regelgeving door de toekomstige uitvoerende macht.

IJsland is een van de slechts drie landen ter wereld, samen met Japan en Noorwegen, waar de commerciële walvisvangst nog steeds is toegestaan.

Voor de kust kan het enige bedrijf dat actief is in de sector – Hvalur – uitsluitend op gewone vinvissen jagen, terwijl het bedrijf Tjaldtangi ehf. zal voor dwergvinvissen zorgen. De overige walvisachtigenpopulaties blijven beschermd. De commerciĂ«le walvisvangst in IJsland dateert uit 1948maar de afgelopen jaren hadden velen door interne en internationale druk geloofd in een op handen zijnde definitieve stopzetting van de activiteiten.

Pas in 2023, de jacht was al twee maanden stopgezet nadat uit een overheidsonderzoek bleek wrede moordmethoden die niet in overeenstemming zijn met de dierenwelzijnswetten: de explosieve harpoenen veroorzaakten langdurige pijn bij de gevangen exemplaren. Dat jaar werd het jachtseizoen ingekort tot drie weken, waarbij 24 gewone vinvissen werden gedood op een totaal streefquotum van 209. Dit had de hoop op een mogelijke definitieve stop aangewakkerd. De keuze van de aftredende regering maakt nu een einde aan dat klimaat van voorzichtig optimisme.

Maar de reacties lieten niet lang op zich wachten. Organisaties als Whale and Dolphin Conservation (WDC) en IJslandse milieu-ngo’s hebben het besluit veroordeeld. noemt het een “stap achteruit” en “machtsmisbruik”. Sommige verenigingen spreken van een “aantasting van de democratie”: volgens hen betekent het verlenen van vergunningen in deze fase van politieke transitie het negeren van de wil van een groeiend deel van de bevolking dat oproept tot het beĂ«indigen van deze praktijk.

De gegevens laten in feite een verandering in de IJslandse samenleving zien. Uit een onderzoek uit 2023 door Maskina bleek dat 51% van de IJslanders tegen de walvisjacht is, vergeleken met 42% in 2019. Een duidelijk signaal: De gevoeligheid voor de bescherming van walvisachtigen neemt toe. Bovendien wordt de jacht steeds minder winstgevend: de internationale markten voor walvisvlees, vooral de Japanse, krimpen, terwijl het bedrijf Hvalur al enige tijd met verlies opereert. In Japanse pakhuizen blijven tonnen onverkocht vlees bevroren, wat de economische onduurzaamheid van deze industrie aantoont.

De IJslandse autoriteiten beweren op hun beurt dat de nieuwe vangstbeperkingen het advies volgen van het IJslandse Instituut voor Zee- en Zoetwateronderzoek en andere instanties. gebaseerd op een aanpak die wordt gedefinieerd als ‘duurzaam’ en ‘voorzorg’. Milieuactivisten verwerpen deze redenering als een ‘rookgordijn’: walvissen zijn van cruciaal belang voor de gezondheid van mariene ecosystemen en dragen bij aan de bemesting van de oceanen, de opname van koolstof en de veerkracht van het klimaat. Door ze te reduceren tot louter hulpbronnen die kunnen worden geĂ«xploiteerd, zo stellen zij, het betekent het negeren van hun sleutelrol bij het handhaven van het evenwicht van mariene ecosystemen in een tijdperk van mondiale milieucrisis.

Het controversiële besluit dreigt ook het internationale imago van IJsland te schaden. een land dat vaak wordt aangehaald als model voor het duurzame beheer van hulpbronnen en het gebruik van hernieuwbare energie. Het spotten van walvissen trekt al jaren toeristen van over de hele wereld aan, waardoor verantwoord toerisme in harmonie met de zeefauna wordt gepromoot. Doorgaan met commerciële jacht riskeert dat een stevig opgebouwde reputatie wordt ondermijnd. het ontmoedigen van bezoekers die aandacht besteden aan het behoud en de bescherming van het milieu.

De regeringswisseling zou een kans kunnen bieden om het walvisbeleid te herzien. Maar het intrekken of wijzigen van de reeds verleende vergunningen zal niet eenvoudig zijn: een duidelijke strategie, een solide politieke wil en het vermogen om eventuele geschillen te beheersen zullen nodig zijn, evenals het aanmoedigen van alternatieve economische activiteiten. Vanuit dit perspectief zal de volgende sociaaldemocratische regering een symbolisch zeer belangrijke keuze moeten maken.

De impact van de walvisjacht reikt verder dan de grenzen van IJsland: de bescherming van grote walvisachtigen is een mondiale kwestiewat herinnert aan de noodzaak om de biodiversiteit beschermen en de achteruitgang van mariene ecosystemen aanpakken. Deze zaak herinnert ons eraan dat, zelfs in landen die worden beschouwd als koplopers op het gebied van milieubeleid, Er zijn nog steeds culturele erfenissen en traditionele belangen die moeilijk te overwinnen zijn.

Voorlopig heeft IJsland zijn standpunt bepaald: nog eens vijf jaar walvisjacht, tot 2029, tot verontwaardiging van dierenrechtenverdedigers en tot ontzetting van degenen die hopen op een historisch keerpunt. De hoop is dat de nieuwe regering weet de signalen van een veranderende samenleving te interpreteren en kan een einde maken aan een praktijk die als wreed wordt beschouwd en niet in overeenstemming is met de milieu-uitdagingen van onze tijd.