Griekenland investeert in het milieu, maar staat qua afval nog steeds aan de onderkant van Europa; ongeveer 79% hiervan belandt nog steeds op stortplaatsen. Volgens de voorzitter vanVereniging van recycling- en energieterugwinningsindustrieën en bedrijven (Sepan) van het land, Lena Belsizijn de belangrijkste oorzaken cultureel maar ook economisch van aard.

Radicale overtuigingen en culturele modellen zijn altijd moeilijk te veranderen: als de meerderheid van de mensen ervan overtuigd is dat afval in de ongesorteerde container gooien de oplossing is, en dat dit voldoende is, is het ingewikkeld en zeer kostbaar om iedereen van het tegendeel te overtuigen. Maar het wordt zelfs nog ingewikkelder als we hieraan een volstrekt onvoldoende ontmoedigend beleid toevoegen.

Storten is de eenvoudigste en minst dure oplossing in Griekenland – legt Belsi uit aan Euronews – de speciale belasting voor verwijdering is nog steeds erg laag, ongeveer 35 euro per ton, terwijl deze in landen als Italië meer dan 100 euro bedraagt. Elders hebben deze belastingen geleid tot meer recycling. Hier maken ze het storten echter nog steeds gemakkelijk

De gegevens van de vereniging spreken helaas duidelijk: Griekenland ligt ver verwijderd van de verwachte doelstellingen, in een Europa dat beslist verder voorop loopt in de race (Italië behoort ook tot de deugdzame landen, die in 2023, volgens de meest recente beschikbare gegevens, gemiddeld 66% van de gescheiden afvalinzameling hadden gerealiseerd).

Zoals gerapporteerd in het laatste Sepan-rapport heeft de Griekse regering een ambitieuze Groene Agenda gedefinieerd, die streeft naar klimaatneutraliteit in 2050 en het bevorderen van de principes van de circulaire economie.

Verder de Nationaal Afvalbeheerplan (PNR) 2020-2030 stelt een maximumlimiet van 10% vast voor de hoeveelheid stedelijk afval die tegen 2030 naar een stortplaats wordt gestuurd (vijf jaar vóór de deadline van 2035 die is vastgelegd in de EU-richtlijn), en in detail:

We leven in 2025 en helaas lijkt de situatie niet de goede kant op te gaan, nu Athene in een echte noodsituatie verkeert en slechts 15% van het afval van de stortplaats wordt ‘gered’, ruim onder het Europese gemiddelde.

In de Griekse hoofdstad ontvangt de Fili-stortplaats, die al meer dan twintig jaar actief is, ongeveer 90 procent van het afval in het grootstedelijk gebied, dat nu verzadigd is en nu wordt beschouwd als een milieu- en sociale bom. Het gebrek aan alternatieve infrastructuur en vertragingen bij de bouw van nieuwe fabrieken completeren een beeld dat al de grenzen van een ecologische noodsituatie heeft bereikt.

Dit ondanks de doelstelling van het land en de enorme investeringen ten gunste van het milieubeleid, bijvoorbeeld met het Fonds voor het koolstofvrij maken van de eilanden, met een budget van 1,6 miljard euro dat in 2032 zou kunnen oplopen tot 3,8 miljard euro, dat streeft naar 100% hernieuwbare energiebronnen op alle eilanden van het land.

Wanneer de economische ontmoediging misschien de cultuur van een samenleving zou kunnen veranderen, zouden we kunnen zeggen.