De Europese hardhoutmarkt is nauw verbonden met de vernietiging van natuurlijke bossen in Indonesië, vooral in Borneo, een van ’s werelds laatst overgebleven toevluchtsoorden voor orang-oetans. Dat blijkt uit het onderzoeksrapport Risky Business, gepubliceerd door de Britse NGO Earthsight in samenwerking met de Indonesische partner Auriga Nusantara.
Het onderzoek is gebaseerd op een archief van bijna 10.000 ongepubliceerde overheidsdocumenten, waardoor voor het eerst 65 Indonesische zagerijen en fabrieken die hout verwerken dat voortkomt uit de ontbossing van de natuurlijke bossen van Borneo, volledig in kaart konden worden gebracht. Door deze gegevens te combineren met exportgegevens ontdekten de onderzoekers dat de vijf grootste gebruikers van deze houtsoort in 2024 hun producten regelmatig binnen de Europese Unie verkopen.
Auriga Nusantara bevestigde de verwoesting en gebruikte drones om vier delen van onlangs verwoest bos in centraal Borneo te filmen, die de vijf producenten hadden bevoorraad. Luchtfoto’s tonen duizenden hectares gekapt natuurlijk bos dat tot een paar jaar geleden een aanzienlijk deel van de orang-oetanhabitats vormde. Alsof dat nog niet genoeg was, meldden leden van lokale gemeenschappen dat ze essentiële hulpbronnen, zoals voedsel en inkomsten, verloren hadden als gevolg van ontbossing, wat tot botsingen leidde en hen met een gevoel van hulpeloosheid achterliet als ze geconfronteerd werden met vernietiging.
De rol van Europa en vertragingen in de regelgeving
Een groot deel van het landschap van Borneo is de afgelopen decennia getransformeerd, waarbij het is verschoven van overwegend bosbedekking naar een lappendeken van plantages die laaglandbossen, een vitale habitat voor orang-oetans en andere bedreigde soorten, hebben vernietigd. De ontbossing op Borneo is de afgelopen jaren ook toegenomen, met een verlies van 129.000 hectare alleen al in het afgelopen jaar – een gebied zo groot als Rome.

De Europese Unie staat op het punt nieuwe wetgeving aan te nemen, de EU-ontbossingsverordening, die de import van wat ‘ontbossingshout’ wordt genoemd, moet verbieden. De inwerkingtreding van de wet, gepland voor 30 december 2025, is echter al één keer uitgesteld en riskeert verdere vertragingen en verzwakking onder druk van de sector, zoals Brussel overweegt. Volgens Earthsight zorgt dit onvermogen om deadlines te halen ervoor dat de grenzen van Europa open blijven voor zelfs het meest destructieve hout.
De handelsstromen bevestigen dit: de vijf onderzochte Indonesische bedrijven exporteerden in 2024 in totaal 23.272 kuub multiplex, deurkozijnen en tuinveranda naar Europa, voornamelijk bestemd voor Nederland, België en Duitsland. Al deze transporten bleken legaal te zijn, maar Earthsight acht dat ze een “groot risico” lopen om ontbossingshout in te sluiten, dat vaak verkocht wordt onder het label van selectieve houtkap.
Gebrek aan transparantie in de toeleveringsketen
Het onderzoek bracht een duidelijk gebrek aan transparantie in de Europese toeleveringsketen aan het licht. Earthsight sprak met verschillende Europese bedrijven – importeurs en groothandelaren van hardhoutproducten die aan ten minste negen Europese landen leveren, waaronder België, Duitsland, Frankrijk en Nederland – en ontdekte dat de meesten niet in staat waren de precieze herkomst van hun hout aan te geven of de feitelijke afwezigheid van hout uit ontboste gebieden aan te tonen.
Een Nederlands bedrijf dat een lading Indonesisch triplex ontving, ondanks dat het door NGO’s was geïnformeerd dat het hout afkomstig was uit honderden hectaren verwoest landschap, zei dat het zou blijven samenwerken met leveranciers die al lang bestaan. Een ander gaf toe zijn toeleveringsketen te hebben herleid tot het Indonesische bedrijf PT Mayawana Persada, dat de afgelopen jaren verantwoordelijk is gesteld voor de ontbossing in Indonesië.
In Italië identificeerde Earthsight in 2024 één enkele zending van de vijf onderzochte leveranciers: 156 kubieke meter Meranti-multiplex. Dit hout, dat alleen in natuurlijke bossen groeit, was afkomstig van een leverancier die boomstammen had gekocht van een bedrijf dat verantwoordelijk was voor de ontbossing in een van de orang-oetanbolwerken die door NGO’s werden bezocht.
De oproep tot onmiddellijke actie
De leidinggevenden van de betrokken Indonesische bedrijven ontkenden, ondanks interne overheidsdocumenten waaruit blijkt dat er in 2024 duizenden kubieke meters ontbossingshout is gekocht (en 73% en 88% naar Europa geëxporteerd), de beschuldigingen tijdens door NGO’s gefilmde bijeenkomsten. Dit onderstreept nog eens de ondoorzichtigheid van toeleveringsketens.
Er staat veel op het spel en het gaat niet alleen om Indonesië. Hilman Afif van Auriga Nusantara waarschuwt: “De vernietiging van de bossen van Borneo is niet alleen een Indonesische tragedie, maar een mondiale tragedie. Orang-oetans worden verdreven, inheemse volkeren en lokale gemeenschappen verliezen hun leefruimte en het klimaat wordt steeds onvoorspelbaarder.” De ontbossing heeft inderdaad de veengebieden bereikt, die enorme koolstofputten vormen, waardoor Indonesië vorig jaar meer koolstofemissies genereerde dan Nederland.
Aron White, hoofd Zuidoost-Azië van Earthsight, roept op tot onmiddellijke actie.
Er bestaat een reëel risico dat Europees geld zal bijdragen aan de vernietiging van enkele van de laatste orang-oetan-reservaten op aarde. Deze gevallen laten zien waarom de EU-ontbossingsverordening onverwijld moet worden gehandhaafd: om bedrijven te dwingen hun toeleveringsketens op te schonen en zich niet langer te verschuilen achter misleidende groene labels. Europese houtbedrijven moeten alle relaties met leveranciers die zich bezighouden met dit schandelijke ontbossingshout stopzetten en overstappen op de talloze werkelijk ontbossingsvrije alternatieven.
