Het begon allemaal met een simpele vraag, zo eentje die je aan het lachen maakt en samen laat nadenken: “Waarom kunnen we het drijvende plastic niet gewoon verzamelen?” Het werd gedaan door Boyan Slat, toen een achttienjarige Nederlander, nu ingenieur, uitvinder en een tikkeltje visionair, ruim tien jaar geleden. Vanuit die vraag ontstond The Ocean Cleanup, een project dat de halve wereld aan het praten bracht omdat het beloofde de oceanen schoon te maken zonder netten, boten of duikers.
Het idee was even ambitieus als gek: een 600 meter lange, U-vormige drijvende barrière bouwen die het door de stroming meegevoerde afval kan opvangen. Geen motoren, geen pompen: het systeem beweegt Samen naar het plastic, brengt het naar een verzamelplaats en houdt het vast totdat een schip het aan land brengt.
In 2019 vond de eerste echte test plaats, in de Great Pacific Garbage Patch, het immense ‘eiland’ van afval tussen Californië en Hawaï. Kranten noemen het “de stofzuiger van de oceanen”. Jammer dat je helemaal niets nastreeft.
Hoe het werkt
In de praktijk is het een drijvende buis gevuld met lucht, verbonden met een net dat ongeveer drie meter onder water hangt. De stroom duwt het afval tegen de barrière, waardoor het naar het midden van de constructie wordt geleid.
Van daaruit worden ze verzameld en naar het vasteland gebracht, waar ze worden gesorteerd en voor recycling worden verzonden.
Eenvoudig? Op papier, ja. In werkelijkheid veel minder. De eerste prototypes gingen kapot, daarna kwamen er andere, robuuster en efficiënter. Tegenwoordig bevindt het project zich nog in de testfase, maar de resultaten zijn bemoedigend: alleen al in de Stille Oceaan zijn al duizenden tonnen plastic teruggevonden.
Het is geen magisch systeem, het is niet autonoom en kan niet op eigen kracht alle oceanen van de wereld opruimen, maar – en hier moet gezegd worden – het is een van de weinige initiatieven die concreet die echt werken.
De andere helft van het plan: stop plastic voordat het de zee bereikt
The Ocean Cleanup werkt niet alleen op volle zee. Een ander onderdeel van het project heet Interceptor: geautomatiseerde boten die plastic in rivieren blokkeren, voordat het in de oceaan belandt. Want ja, 90% van het zeeafval komt daar vandaan.
Deze schepen zijn al operationeel in verschillende landen, waaronder Maleisië, Vietnam, Indonesië en de Dominicaanse Republiek. In de praktijk een systeem van drijvende vallen voor flessen, zakjes en microplastics, aangedreven door zonne-energie en op afstand beheerd.
Virale berichten op sociale media spreken over een ‘oceaanstofzuiger’ die al het plastic van de wereld kan opzuigen. Zo is het niet. De Ocean Cleanup is een doorlopend project en geen wondermachine. Het werkt, maar het lost het probleem niet op. Het verwijdert wat al drijft – en dat is genoeg om een verschil te maken – maar de echte oplossing blijft het verminderen van de plasticproductie.
Toch is er iets goeds: sinds Boyan Slat zijn eerste prototype in zee gooide, is het onderwerp plastic in de oceanen populair geworden. De beelden van de barrière die over het water schuift, hebben meer gedaan voor het milieubewustzijn dan duizend reclamecampagnes.
The Ocean Cleanup is niet perfect, maar het is echt. Het is een menselijk project, in de mooiste zin van het woord: vol fouten, pogingen en koppigheid. En hoewel het op eigen kracht niet alle oceanen zal opruimen, leert het de wereld iets cruciaals: dat we het ons niet langer kunnen veroorloven om toe te kijken.
Over Ocean Clean Up en het verhaal van Boyan Slat:
