De seizoenen op aarde lopen niet langer synchroon en veranderen onverwacht. Een recente studie gepubliceerd in Natuur Uit de analyse van twintig jaar aan satellietgegevens bleek dat de vegetatieve cycliciteit steeds uiteenlopendere ritmes volgt, afhankelijk van het gebied, zelfs tussen gebieden die slechts een paar kilometer van elkaar verwijderd zijn.
Ooit beschouwd als cyclisch en voorspelbaar, vertonen de seizoenen nu verrassend onregelmatige patronen van plantengroei, vooral in tropische berggebieden en overgangsklimaten. Wetenschappers hebben echte ‘seizoensgebonden asynchronie-hotspots’ geïdentificeerd, waar de biologische cycli van planten sterk uit fase zijn, waardoor traditionele opvattingen over de seizoenen in twijfel worden getrokken.
Een gedetailleerde kaart van plantenfenologie
Onder leiding van CSIRO-ecoloog Drew Terasaki Hart ontwikkelde het team de meest nauwkeurige kaart ooit gemaakt van de plantenfenologie – dat wil zeggen de reeks seizoensgebonden biologische gebeurtenissen – op planetaire schaal. Deze kaart met hoge resolutie laat zien hoe de groeicycli van planten aanzienlijk variëren, zelfs binnen hetzelfde ecosysteem, als reactie op lokale klimatologische en geografische factoren.
In gebieden op hoge breedtegraden handhaven de seizoenen een relatief voorspelbaar patroon: groei in de lente, rust in de winter. Maar elders, vooral in de tropen en droge gebieden, groeit de vegetatie in onregelmatige cycli, aangedreven door periodieke regenval of terreinkenmerken.
Een treffend voorbeeld komt uit het zuidwesten van de Verenigde Staten: Phoenix en Tucson vertonen, ondanks dat ze slechts 160 kilometer uit elkaar liggen, duidelijke seizoenstrends, het resultaat van lokale microklimaten. Een dergelijke temporele fragmentatie verandert radicaal de manier waarop we de seizoenen lezen en interpreteren.
Mediterrane ecosystemen en droge gebieden
Bijzonder duidelijk zijn de seizoensgebonden asynchronies in de vijf belangrijkste mediterrane klimaatecosystemen ter wereld: Californië, Chili, Zuid-Australië, Zuid-Afrika en het Middellandse-Zeegebied. Deze gebieden, gekenmerkt door milde, regenachtige winters gevolgd door droge, hete zomers, vertonen een “dubbele piek” in de plantengroei, waarbij bossen hun piek ongeveer twee maanden later bereiken dan andere nabijgelegen vegetatietypen.
Volgens wat ook werd gemeld door WetenschapAlertDit fenomeen genereert duidelijke contrasten in de seizoenstiming, vooral op plaatsen waar het mediterrane klimaat grenst aan droge gebieden die worden gedomineerd door zomerregens. Het resultaat zijn ‘hotspots’ van temporele asynchronie, waar op slechts een paar kilometer afstand vegetatieve cycli volledig uit fase zijn gevonden, wat traditionele ecologische modellen uitdaagt.
Deze verschillen vormen een cruciale uitdaging voor ecologisch onderzoek: lokale variaties beïnvloeden niet alleen de landbouwproductiviteit en het landbeheer, maar ook de relaties tussen planten- en diersoorten.
Het fenomeen van seizoensasynchronie overlapt vaak met de gebieden op de planeet die het rijkst zijn aan biodiversiteit. Dit suggereert dat temporele variaties in biologische cycli een rol kunnen spelen in de evolutie van het leven zelf. Verschillen in bloeitijden, bestuiving of beschikbaarheid van hulpbronnen kunnen de reproductieve synchronisatie van planten en dieren verstoren, zelfs binnen dezelfde soort.
Uit het onderzoek blijkt dat bevolkingsgroepen die op een afstand van een paar uur reizen van elkaar gescheiden zijn – zoals de bevolking die koffie verbouwt in de bergen van Colombia – reproductiecycli ervaren die net zo verschillend zijn als die op tegenovergestelde halfronden. Deze dissynchronie kan de genetische kruising tussen naburige groepen beperken en na verloop van tijd de vorming van nieuwe soorten aanmoedigen, wat bijdraagt aan de complexiteit en verscheidenheid van het leven op aarde.
Mogelijk bent u ook geïnteresseerd in:
