Twintig jaar na de oprichting heeft het Europese emissiehandelssysteem (ETS) bewezen een instrument te zijn om de CO₂-uitstoot in Europa terug te dringen. Maar vandaag de dag, zo waarschuwt de Carbon Market Outlook 2025 van de Polytechnische Universiteit van Milaan, bestaat het risico dat de belasting zijn oorspronkelijke karakter verliest en in een verkapte belasting verandert.

Volgens de studie, uitgevoerd door de Energy & Strategy Group in samenwerking met CO₂ Advisor, zijn de Italiaanse emissies die onder de ETS vallen tussen 2005 en 2024 met 49% gedaald, van 226 naar 115 miljoen ton CO₂-equivalent. Geen enkele andere maatregel leverde vergelijkbare resultaten op. De zogenaamde ‘koolstofintensiteit’, d.w.z. de tonnen CO₂ per miljoen euro omzet, is in alle belangrijke industriële sectoren gedaald: -39% voor cement, -37% voor chemicaliën, -28% voor papier en -21% voor keramiek.

“Het ETS-systeem werkte omdat het de markt – en niet de bureaucratie – centraal stelde bij het koolstofvrij maken”, legt Andrea Ronchi, CEO van CO₂ Advisor en co-auteur van het rapport, uit. Het idee achter het mechanisme is simpel: degenen die vervuilen, betalen, maar ze kunnen ook hun kosten verlagen door te investeren in schonere technologieën of door ‘aandelen’ te kopen van degenen die minder vervuilen.

Door de jaren heen is het ETS echter veranderd. Steeds meer rechten worden geveild door lidstaten, die de opbrengsten innen: in 2024 bedroegen de opbrengsten ruim 38 miljard euro. Het rapport onderstreept dat deze evolutie het risico met zich meebrengt dat het systeem wordt getransformeerd van een ‘marktgebaseerd’ systeem naar ‘belasting-en-handel’, een hybride waarin de begrotingslogica de boventoon voert. “Als de inkomsten naar staten gaan en niet naar efficiënte technologieën, gaat het principe van economische beloning dat het ETS tot een succes maakte verloren”, waarschuwt Ronchi.

De analyse van de Polytechnic benadrukt ook een ander feit: Italië investeert ongeveer 110 miljard euro per jaar in ‘command and control’-maatregelen – subsidies en stimuleringsmaatregelen – die slechts 11 miljoen ton CO₂ verminderen, met een kostprijs van meer dan 10.000 euro per ton. In het ETS-systeem zijn de gemiddelde prijzen echter nooit boven de 100 euro uitgekomen.

Het rapport werpt vervolgens een blik op de toekomst. ETS 2 zal vanaf 2027 van kracht worden, waardoor de prijs van koolstof zal worden uitgebreid naar brandstoffen voor transport en woningverwarming. Een verandering die rechtstreeks gevolgen zal hebben voor de burgers, waardoor het systeem meer op een CO2-belasting gaat lijken. Tegelijkertijd zal de CBAM, de nieuwe Europese ‘klimaatheffing’ op CO₂-intensieve import, volledig operationeel zijn. De onderzoekers waarschuwen echter dat het mechanisme de Europese exporterende bedrijven niet zal beschermen, die het risico lopen in een nadelige positie terecht te komen op de mondiale markten.

Een van de vooruitzichten die als meest veelbelovend worden beschouwd, is de mogelijke herintroductie van CO₂-credits in het ETS-systeem, die sinds 2013 zijn uitgesloten. Deze credits, gegenereerd door gecertificeerde projecten voor het verminderen of verwijderen van emissies, zouden de kosten van de transitie kunnen verlagen en echte technologische en geografische neutraliteit kunnen garanderen, in overeenstemming met artikel 6 van de Overeenkomst van Parijs.

“De klimaatuitdaging is mondiaal – concludeert Ronchi – en we moeten investeren waar de vermindering van de uitstoot het meest effectief is, en niet waar de bureaucratie dit oplegt. Alleen op deze manier kan de transitie echt duurzaam zijn.”

Tegenwoordig wordt meer dan 26% van de mondiale uitstoot gedekt door instrumenten voor koolstofbeprijzing, vergeleken met slechts 6% in 2019: een uitbreiding die bevestigt hoe de prijs van CO₂ de krachtigste hefboom is geworden voor het koolstofvrij maken. Er blijft echter een open vraag: zal Europa in staat zijn de efficiëntie van zijn systeem te behouden zonder het om te zetten in een nieuwe klimaatbelasting?