Er is weer een nieuw grondpakket beschikbaar voor wie droomt van wonen en werken in de landbouw.

De achtste editie van de Nationale Bank voor Landbouwgronden (BTA) is begonnen, het instrument van Ismea – het Instituut voor Diensten voor de Landbouw- en Voedselmarkt – dat publieke gronden verbetert en weer in omloop brengt, met als doel het generatieverloop aan te moedigen en de primaire sector nieuw leven in te blazen.

In deze editie wordt ruim 14 duizend hectare grond geveild, gelijk aan 571 potentiële landbouwbedrijven, voor een totale waarde van circa 180 miljoen euro. Blijken van belangstelling kunnen tot en met 19 november 2025 uitsluitend online op het Ismea-portaal worden ingediend.

Wat dit jaar nieuw is, is een mix van bureaucratische vereenvoudigingen en snellere tijden. De termijnen voor het indienen van aanvragen en financiële aanbiedingen zijn met de helft verkort: van 90 naar 30 dagen voor blijken van belangstelling en van 45 naar 30 dagen voor aanbiedingen. Het doel is om de procedures te stroomlijnen en vooral ten goede te komen aan degenen onder de 41 jaar, die de grond ook in termijnen kunnen betalen.

Een belangrijke verandering betreft ook de afschaffing van de socialezekerheidsvereiste: het zal niet langer nodig zijn om al geregistreerd te zijn als directe boer of professionele agrarisch ondernemer (IAP) om toegang te krijgen tot grond. Een maatregel die eindelijk de deur opent voor degenen die helemaal opnieuw willen beginnen en een landbouwproject willen opbouwen.

Het beschikbare land is overal in Italië te vinden, maar met een sterke aanwezigheid in het zuiden: Sicilië concentreert 40% van de geveilde oppervlakten, gevolgd door Toscane (11%), Sardinië en Calabrië (9%), Puglia (7%), en vervolgens Umbrië, Emilia-Romagna en Lazio.

De Landbouwgrondbank is opgedeeld in twee kanalen: een permanent perceel met 386 percelen die altijd kunnen worden aangekocht, en een periodiek perceel van 185 percelen die in bepaalde tijdsvensters worden aangeboden.

Het project, gepromoot door Ismea onder toezicht van het Ministerie van Landbouw, Voedselsoevereiniteit en Bosbouw (Masaf), heeft niet alleen tot doel de openbare gronden te verbeteren, maar ook de verlatenheid van het platteland tegen te gaan en duurzame en lokale landbouw aan te moedigen.

Het land teruggeven aan degenen die het willen cultiveren betekent dat er weer leven in de gebieden komt, dat er lokale banen worden gecreëerd en dat het risico wordt verkleind dat onontgonnen land het slachtoffer wordt van degradatie of landconsumptie.

Achter de cijfers staan ​​jonge mensen die ervoor kiezen om zaden van de toekomst te planten: zij die een biologische tuin beginnen, zij die inzetten op regeneratieve landbouw of duurzaam agrotoerisme.