Decennia lang moesten boeren een compromis ondervinden tussen dimensies en smaak wanneer ze tomaten cultiveren. Als consumenten enerzijds vaak klagen over het gebrek aan smaak in de grotere tomaten, zijn de kleinere en wilder variëteiten altijd het meest. Nu zeggen wetenschappers dat ze de genetische code hebben ontcijferd om eindelijk het beste uit beide typen te krijgen
Praktisch boeren hebben altijd moeten kiezen tussen maat En smaak Toen het een kwestie was van groeien tomaten of aubergines. De imposante vruchten die vandaag de schappen van de supermarkt drukken, beïnvloeden de grootte, maar veel consumenten klagen over het gebrek aan smaak. Integendeel, de wilde variëteiten, klein maar rijk aan suikers en aroma’s, zijn niet erg geschikt voor grootschalige productie. Dankzij de wetenschap zou dit compromis nu een herinnering aan het verleden kunnen worden.
Twee recente studies, uitgevoerd door een gezamenlijk team van Johns Hopkins University en Cold Spring Harbor Laboratory in de Verenigde Staten en een groep wetenschappers van het Institute of Agricultural Genomica in China, hebben de belangrijkste genen geïdentificeerd die zowel de grootte als de zoetheid van de tomaten regelen.
Selectief wijzigen van deze genen, iDe eerste groep onderzoekers slaagde erin om groter fruit te verbouwen, terwijl de tweede zoetere tomaten heeft verkregen.
Deze ontdekkingen kunnen een revolutie teweegbrengen in de wereldwijde landbouw en bieden aantrekkelijkere producten aan consumenten en voordeliger voor boeren.
Maar genetische vooruitgang stelt ook een cruciale vraag: Zijn we klaar om de vruchten van genetische manipulatie te omarmen?
Groter dankzij genetica
De studie van Johns Hopkins analyseerde het genoom van 22 Gewassen die behoren tot de familie Solanaceae, inclusief tomaten, aardappelen en aubergines. Volgens Michael Schatz, geneticus van de Amerikaanse universiteit, heeft Evolution geleid tot een voortdurende overmaking van het DNA, met genen die dupliceren of verdwijnen. Dit mechanisme stelt planten in staat om nieuwe kenmerken te ontwikkelen, maar maakt ook de effecten van genetische veranderingen onvoorspelbaar.
Een van de meest interessante dubbele genen die zijn geïdentificeerd, is CLV3die de grootte van de vruchten regelt. Met behulp van genetische bewerkingstechnologie CRISPR-CAS9de onderzoekers manipuleerden dit gen in Forest Nightshadeeen Australische plant vergelijkbaar met wilde tomaat. Door beide kopieën van het gen in te schakelen, waren de vruchten vervormd en niet -marketeerbaar, terwijl door in te grijpen op één kopie, grotere en reguliere tomaten werden verkregen.
Nog een gen, geroepen SAETSCPLPL25-achtigis geïdentificeerd in een Afrikaanse auberginesoorten. Dit gen regelt het aantal niches (de holtes die de zaden bevatten), en meer nissen betekenen grotere vruchten. Toen het gen in de tomaten werd geïntroduceerd, groeiden de vruchten op een onevenredige manier, wat de directe impact op de grootte aantoonde.
Het probleem van zoetheid opgelost?
Terwijl de eerste studie gericht was op de grootte, stond het Chinese team voor een andere centrale vraag: de smaak. Veel commerciële tomaten hebben hun natuurlijke zoetheid verloren vanwege de selectie van resistente en productieve, maar minder aromatische variëteiten. De onderzoekers identificeerden en verbeterden daarom de genen die verantwoordelijk zijn voor de productie van suikers en aromatische verbindingen, waarbij tomaten werden verkregen met een veel rijker smaakprofiel.
Deze ontwikkelingen tonen aan dat genetica concrete oplossingen kan bieden om de landbouw te verbeteren, waardoor producten smakelijker worden zonder productiviteit op te offeren.
GMO: een kans of een risico?
Het idee van genetisch modificeren van planten roept zeker veel vragen op. CRISPR -technologie, die in deze studies wordt gebruikt, verschilt van traditionele GGO’s Omdat het geen externe genen introduceert, maar die al in de fabriek verandert. Deze benadering lijkt meer op een natuurlijke mutatie die in het laboratorium is versneld.
Voorstanders van genetische manipulatie zien in deze technieken een buitengewone kans om wereldwijde voedseluitdagingen aan te gaan: productievere gewassen, resistent tegen klimaatverandering en een betere smaak kunnen afval en het gebruik van pesticiden verminderen.
Aan de andere kant vrezen critici de langetermijneffecten van genetische veranderingen en het risico dat weinig multinationals de zaadmarkt beheersen. Transparantie en regulering zullen cruciaal zijn om ervoor te zorgen dat deze innovaties ethisch en duurzaam worden gebruikt.
Zijn we daarom op een kruispunt: wetenschappelijke vooruitgang accepteren om de kwaliteit en opbrengst van onze gewassen te verbeteren, of een meer voorzichtige aanpak te behouden?