Plug-in hybride auto’s (PHEV’s) stoten bijna vijf keer meer CO2 uit op de weg dan aangegeven in hun kentekenbewijzen. Dit is wat een nieuwe analyse van Transport & Environment (T&E), de Europese organisatie voor het koolstofarm maken van het transport, beweert, die de reële verbruiksgegevens onderzocht van 127.000 geregistreerde voertuigen in 2023.

De cijfers van de emissiekloof

Volgens de studie, gebaseerd op gegevens van het Europees Milieuagentschap, stoten PHEV’s (Plug-in Hybrid Electric Vehicles) bij echt gebruik gemiddeld 135 gram CO2 per kilometer uit, vergeleken met de ongeveer 30 gram die werd aangegeven in de officiële WLTP-tests. Een waarde die gevaarlijk dicht bij de gemiddelde 166 gram van traditionele benzine- en dieselauto’s ligt, met een verschil van slechts 19%.

De discrepantie komt voort uit het verschil tussen de omstandigheden die bij de goedkeuringstests worden gesimuleerd en het dagelijkse gebruik van de voertuigen. De officiële tests gaan uit van een optimaal gebruik van de elektrische component, wat in werkelijkheid zelden voorkomt, waarbij de accu’s vaak niet zijn opgeladen en routes waarbij vaak de tussenkomst van de verbrandingsmotor nodig is.

De paradox van de elektrische modus

Een bijzonder belangrijk gegeven betreft het gedrag van plug-in hybrides, zelfs wanneer ze volledig elektrisch rijden. Uit de gegevens blijkt een gemiddeld verbruik van 3 liter benzine per 100 kilometer, wat zich vertaalt in 68 gram CO2 per kilometer, meer dan acht keer de waarde die in officiële tests wordt aangegeven.

Het fenomeen wordt verklaard door het beperkte vermogen van de elektromotoren die op deze voertuigen zijn geïnstalleerd. Bij hoge snelheid of op bergopwaartse trajecten activeert het systeem automatisch de verbrandingsmotor om het benodigde vermogen te leveren. Gemiddeld neemt de verbrandingsmotor ongeveer een derde van de afgelegde afstand voor zijn rekening, zelfs als de bestuurder de elektrische modus kiest.

De economische impact voor automobilisten

De verschillen tussen het aangegeven en het werkelijke verbruik vertalen zich in aanzienlijke extra kosten voor degenen die deze voertuigen besturen. Volgens de analyse geeft een gemiddelde automobilist per jaar ongeveer 500 euro meer uit aan brandstof en opladen dan verwacht, een stijging van 50% ten opzichte van de verwachte kosten.

verborgen kosten pf

Daarbij komt nog de hogere aankoopprijs. Bloomberg Intelligence geeft aan dat in 2025 de gemiddelde verkoopprijs van een plug-in hybride in Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk 55.700 euro zal bedragen, zo’n 15.200 euro meer dan de gemiddelde kostprijs van een batterij-elektrische auto.

De paradox van grotere batterijen

Het is contra-intuïtief dat PHEV’s met een groter elektrisch bereik hogere emissies vertonen. Modellen met een actieradius van meer dan 75 kilometer stoten gemiddeld meer CO2 uit dan modellen met een actieradius tussen de 45 en 75 kilometer. Het extra gewicht van grotere batterijen verhoogt zowel het brandstofverbruik wanneer de verbrandingsmotor draait als de energie die nodig is in de elektrische modus.

Van de geanalyseerde fabrikanten heeft Mercedes-Benz de grootste kloof tussen de officiële en de werkelijke uitstoot, met gemiddelde waarden die 494% hoger zijn. Het GLE-Klasse-model registreert de grootste afwijking, met een werkelijke uitstoot die 611% hoger ligt dan aangegeven. De andere grote Europese producenten laten de reële uitstoot zien die ongeveer drie keer hoger is dan de officiële gegevens.

autofabrikant phev-vergelijking

Het voortdurende regelgevingsdebat

De kwestie wordt bijzonder relevant in de context van het Europese debat over de energietransitie van de automobielsector. De auto-industrie vraagt ​​de Europese Unie om de ‘nutsfactoren’ te herzien, de corrigerende maatregelen die zijn ingevoerd om de evaluatie van PHEV-emissies geleidelijk in overeenstemming te brengen met echte gegevens. Fabrikanten zouden ook graag plug-in hybrides willen kunnen blijven verkopen, ook na 2035, de verwachte datum voor het stopzetten van verbrandingsmotoren.

Andrea Boraschi, directeur van T&E Italia, definieert plug-in hybrides als “een van de grootste blufs in de autogeschiedenis”, en onderstreept hoe deze voertuigen tien jaar na hun lancering nog steeds hun beloften op het gebied van emissiereductie niet kunnen waarmaken.

De discussie raakt aan het principe van “technologische neutraliteit”, dat vaak door de industrie wordt aangevoerd, volgens hetwelk alle technologieën op gelijke voet moeten concurreren op de weg naar het koolstofvrij maken. De gepresenteerde gegevens suggereren echter dat het beschouwen van plug-in hybrides als emissievrije voertuigen de investeringen in puur elektrische technologieën, die als effectiever worden beschouwd in het terugdringen van de uitstoot, zou kunnen vertragen.

Het debat blijft open terwijl Europa zich voorbereidt op een herziening van de regelgeving inzake emissies van auto’s, met aanzienlijke gevolgen voor de industrie, de consumenten en de klimaatdoelstellingen van het continent.