Geluk kun je niet in de supermarkt kopen, maar wel met de juiste uitgaven: donaties, ervaringen en giften verhogen het welzijn. De sleutel? Doe het met autonomie, zonder de druk van het oordeel van anderen
Fotovoltaïsche special voor thuis: hoe u kunt besparen met zonne-energie
Een recente studie gepubliceerd in Communicatiepsychologie probeerde een vraag te beantwoorden die ons altijd heeft geobsedeerd: Kan geld echt geluk kopen? Het antwoord is, zoals vaak gebeurt, niet zo eenvoudig. Het onderzoek heeft in feite het verband onderzocht tussen dagelijkse uitgaven en emotioneel welzijn, waaruit blijkt dat sommige consumptiekeuzes ervoor kunnen zorgen dat we ons beter voelen, maar alles hangt af van de context en van als laten we uitgeven.
Laten we beginnen met een feit: de meeste mensen geloven dat geld geluk kan kopen, en veel onderzoeken bevestigen dit. Ervaringen, zoals concerten, uitstapjes of speciale diners, maken je doorgaans gelukkiger dan materiële bezittingen. Maar er is meer. Het doneren van geld of het geven van geschenken aan anderen lijkt onze vreugde veel meer te vergroten dan persoonlijke uitgaven.
Er is zelfs een biologische verklaring: wanneer we doneren, vooral in het openbaar, wordt het ventrale striatum, het hersengebied dat verband houdt met plezier en beloning, geactiveerd. De effecten worden echter versterkt als we particulier doneren, omdat de perceptie van autonomie een cruciale rol speelt. Kortom, geluk komt niet zozeer voort uit het tonen van vrijgevigheid, maar uit de wetenschap dat je een bewuste en authentieke keuze hebt gemaakt.
Er is echter een grens. Er zijn veel onderzoeken naar geluk en uitgaven uitgevoerd in zogenaamde WEIRD-landen (Western, Educated, Industrialized, Rich, Democratic).waardoor het moeilijk te begrijpen is of de bevindingen mondiaal toepasbaar zijn. Het onderzoek dat we gaan onderzoeken heeft geprobeerd dit obstakel te overwinnen door mensen met zeer verschillende economische en culturele achtergronden erbij te betrekken.
Hoe de zichtbaarheid van uitgaven het welzijn beïnvloedt
Bij het onderzoek waren 200 mensen betrokken uit zeven landen (Australië, Brazilië, Canada, Indonesië, Kenia, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten), geselecteerd met een specifieke vereiste: het hebben van een actief Twitter-account en een goede kennis van het Engels. Elke deelnemer ontving $ 10.000, met de taak dit binnen drie maanden te besteden. Maar er was één voorwaarde: de helft van de steekproef moest zijn uitgaven delen met vrienden, familie en op sociale media, terwijl de andere helft de deelname vertrouwelijk moest houden.
Deze aanpak stelde ons in staat een fundamenteel thema te onderzoeken: autonomie. Het uitgeven van geld in het openbaar schept niet altijd dezelfde voldoening als privé-keuzes, vooral als het gaat om donaties en giften.
Om de resultaten te vergelijken werden nog eens 100 deelnemers in een controlegroep geplaatst, zonder daarvoor geld te ontvangen. Ze rapporteerden echter nog steeds hun niveau van subjectief welzijn (SWB). Elke maand gaven de deelnemers een gedetailleerd overzicht van hun uitgaven en hun emotionele impact, en vulden ze ook hun uitgavendagboeken in. Geanalyseerde items inbegrepen positiviteit, negativiteit van emoties en algemene levenstevredenheid. Zes maanden later beoordeelden de onderzoekers het langetermijneffect van de uitgaven op het welzijn.
Meer geluk met geven, ervaringen en zelfzorg
De resultaten waren verrassend. Deelnemers die geld uitgeven op een manier die onmiddellijk geluk bracht, vertoonden tot zes maanden later een verbeterd welzijn. Onder de uitgaven die de meeste vreugde genereerden, vallen donaties, geschenken en ervaringsgerichte activiteiten op. Uitgaven voor persoonlijke verzorging of onderwijs hadden ook een positieve impact, maar in mindere mate.
Echter, Degenen die in het openbaar doneerden of geschenken gaven, rapporteerden een lager geluksniveau dan degenen die dit privé deden. Dit benadrukt hoe belangrijk het is om je bij het nemen van beslissingen vrij te voelen en niet beïnvloed te worden door het oordeel van anderen.
Ook de culturele verschillen zijn interessant. In landen met hoge inkomens halen mensen meer geluk uit ‘tijd kopen’ (zoals het delegeren van schoonmaakwerk of het verminderen van stress) en uit geschenken. In lage-inkomenslanden wordt geluk echter geassocieerd met basisuitgaven, zoals het betalen van schulden of huisvesting. Met andere woorden: de economische context bepaalt diepgaand wat ons gelukkig maakt.
Een analyse verdeelde de deelnemers vervolgens in vijf groepen, gebaseerd op de mate van geluk die voortkwam uit aankopen. Degenen die verklaarden dat ze meer tevreden waren met hun uitgaven zagen een stijging van het welzijn met 0,78 punten, terwijl degenen die minder tevreden waren een stijging van slechts 0,31 punten noteerden. Dit laat zien hoe belangrijk het is om aankopen te doen die onze diepe waarden en behoeften weerspiegelen.
Dit onderzoek leert ons dat geld kan daadwerkelijk geluk kopen, maar alleen als het bewust wordt besteed. Uitgavenkeuzes moeten persoonlijke prioriteiten weerspiegelen, rekening houdend met de economische en culturele context.
Bijvoorbeeld, in rijkere landen maken uitgaven aan vrije tijd of geschenken het verschil, terwijl in opkomende economieën geluk gekoppeld is aan essentiële uitgaven. Tegelijkertijd is het doen van donaties of geschenken altijd een gebaar dat de tevredenheid vergroot, maar dat gepaard moet gaan met een gevoel van autonomie.
Hoewel de resultaten verhelderend zijn, heeft het onderzoek enkele beperkingen: de steekproef is niet geheel representatief, omdat deze alleen bestaat uit Twitter-gebruikers met een goede kennis van het Engels. Het biedt echter een interessant startpunt voor toekomstig onderzoek op mondiale schaal.