Geneeskunde, recht, pedagogie, financiën: als je een Chinese beïnvloeder bent en over deze onderwerpen praat op sociale media, moet je een diploma of certificaat hebben ad-hoc.

Het is de Cyberspace Administration of China (CAC) die dit zegt en nieuwe regelgeving begint te implementeren die vereist dat digitale makers die specifieke onderwerpen op sociale media bespreken, waarvoor een bepaald niveau van vaardigheden vereist is, over formele kwalificaties beschikken.

Wat betekent het? Dat je niet over medicijnen en dat soort dingen hoeft te praten.

De nieuwe regels

Deze wetgeving houdt geen algemeen verbod in, maar richt zich in het bijzonder op de zogenaamde “YMYL-gebieden” (Jouw geld of jouw leven,”Jouw geld of jouw leven“), waar desinformatie verwoestende gevolgen kan hebben voor het leven van mensen. Het geldt niet voor makers die zich bezighouden met onderwerpen als recensies van schoonheidsproducten of videogames, maar voor professionals die het economische, juridische en gezondheidsleven van het publiek beïnvloeden. De verplichting heeft niet alleen betrekking op het verwerven van een titel, maar ook op de zichtbaarheid ervan en de noodzaak om betrouwbare bronnen te citeren. Bovendien is het verboden om reclame te maken voor medische producten zonder de nodige kwalificaties of om als professional te improviseren.

De bedoeling is niet alleen om de bevolking te beschermen tegen schade veroorzaakt door inhoud die door algoritmen wordt gemanipuleerd, maar ook om het vertrouwen in de beroepsgroep en de platforms zelf te herstellen. Maar stopt het hier? Naast het aspect van de publieke bescherming zijn er mensen die deze maatregel zien als een duidelijke strategie voor informatiecontrole. Op gevoelige terreinen als recht, economie en onderwijs geeft de Chinese regering er de voorkeur aan dat de meest invloedrijke stemmen degenen zijn die in lijn zijn met het officiële verhaal. Een beïnvloeder die een wet kritisch interpreteert of de economie analyseert vanuit een niet-gebonden perspectief, zou ongewenste ‘achtergrondruis’ kunnen creëren.

Bescherming of censuur?

Veel gekwalificeerde makers hebben de nieuwe wet verwelkomd en zien het als een kans om onderscheid te maken tussen degenen die geverifieerde informatie verstrekken en degenen die de goedgelovigheid van het publiek uitbuiten. Maar er zijn ook kritische stemmen, waaronder activisten voor de vrijheid van meningsuiting, die deze stap zien als een verdere stap in de richting van staatscontrole. Ze vrezen dat er, onder de schijnbare bedoeling van bescherming, een verlangen bestaat om degenen die, ondanks dat ze competent zijn, de partijlijn niet volgen, het zwijgen op te leggen. Er bestaat ook bezorgdheid dat platforms, om sancties te vermijden, overijverig kunnen zijn en legitieme inhoud kunnen censureren.

Deze Chinese regelgeving vertegenwoordigt een uniek experiment op mondiaal niveau, een poging om de wereld van influencer marketing te reguleren met ethische en professionele regels in risicovolle sectoren. Terwijl er in het Westen nog steeds discussie bestaat over de verantwoordelijkheden en grenzen van beïnvloeders, heeft China een meer autoritair pad gekozen. Zal deze keuze een model zijn voor andere regeringen of zal het een waarschuwing worden tegen buitensporige staatscontrole? De vraag blijft open.

Het is niet per se verkeerd dat digitale makers hun vaardigheden moeten bewijzen, maar feit blijft dat westerse sociale media een dergelijke verificatie niet vereisen, waardoor degenen die weten hoe ze met algoritmen moeten omgaan, experts op welk gebied dan ook kunnen worden. We moeten ons daarom afvragen: wie heeft er baat bij oppervlakkige informatie, de manipulatie van de publieke opinie en de beperking van de vrijheid van meningsuiting? Wat zijn de echte motivaties achter de wens om burgers te ‘beschermen’ tegen degenen die de regels van de macht niet volgen? Misschien zullen we pas de komende jaren antwoorden krijgen.