In 2019 is het Wörthersee-stadion in Klagenfurtin Oostenrijk, was gastheer van een van de kunstinstallaties provocatiever van de afgelopen jaren. Het gaat over Voor Boseen project bedacht door kunstcommissaris Klaus Littmann, die de sportruimte omvormde tot een echte ruimte stadsbosmet de opname van 300 bomen van 18 verschillende soorten.
De installatie, die ongeveer een maand zichtbaar bleef, leidde tot grote discussies, waarin cruciale kwesties aan de orde kwamen ecologische duurzaamheid en klimaatverandering. Littmanns inspiratie komt uit het tekenen De oneindige aantrekkingskracht van de natuur (1970-71) van Max Peintner, een illustratie van een toekomstige wereld waarin bossen objecten om te bewonderenopgesloten in een stadion, als dieren in een dierentuin.
Met deze krachtige dystopische visie had Peintner geanticipeerd op wat tegenwoordig een steeds urgenter onderwerp is: het verdwijnen van natuurlijke bossen als gevolg van stadsuitbreiding en vervuiling. Littmann besloot dit beeld te vertalen naar een echt werk, door een bos van volwassen, goed gewortelde bomen te creëren in een stadion, zoals waarschuwing van het toekomstige verloren potentieel van de natuur.
De natuur als object dat alleen in gesloten en gecontroleerde ruimtes kan worden waargenomen
Het project vereist jaren plannen en een samenwerking met deskundige tuinarchitecten om de duurzaamheid van de installatie te garanderen. De bomen zijn niet alleen gekozen vanwege hun schoonheid, maar ook vanwege hun uitstraling aanpassingsvermogen aan het landschap lokaalafkomstig van Italiaanse kwekerijen en voornamelijk afkomstig uit landbouwgebieden van Karinthië.
Er zijn enkele exemplaren van aanzienlijke omvang gerangschikt op een metalen structuurom te voorkomen dat de wortels het onderliggende gazon beschadigen. Aan het einde van de tijdelijke installatie was het bos getransplanteerd in de universiteitswijk van Klagenfurt.
De ervaring van Voor Bos was uniek voor het publiek. Bezoekers konden dat vrij tussen de bomen lopengenietend van het uitzicht op de omliggende bergen en nadenkend over de tegenstrijdigheid van het zien van de wilde natuur opgesloten in een kunstmatige omgeving.
De installatie was ook een gelegenheid om vragen over onze eigen vragen te stellen relatie met de omgevingwat suggereert dat, zonder een verandering in onze gewoonten, de natuur op een dag een object zou kunnen worden om te observeren alleen in gesloten en gecontroleerde ruimtes. Voor Bos had de verdienste dat het leidde tot een reflectie over het belang van de bescherming van het milieu, niet alleen als esthetische waarde, maar ook als een waarde vitale noodzaak voor ons bestaan.